Wie is er niet groot mee geworden? is een reclameslogan van Calvé pindakaas. Je zou hetzelfde kunnen vragen over pindasaus, want dat is een van de vertrouwde lokmiddelen om kinderen zover te krijgen dat ze beginnen aan hun groenten of andere maaltijd-elementen die door de ouders gezond en noodzakelijk bevonden worden. Die rol van lekkermaker deelt de pindasaus overigens met appelmoes, maar dit terzijde.
Of je pindasaus satésaus mag noemen is een heet hangijzer. ‘Originele’ satésaus is namelijk veel vloeibaarder en bevat geen pinda’s. Maar feit is dat de meeste saté die in Nederland aan de stok geregen wordt uiteindelijk geswerveerd wordt onder een dikke laag zoete pindasaus.
Uiteraard kun je de lekkerste pindasaus maken op basis van zelf gemalen vliespinda’s, maar Keukenmeester René Ameling maakt zijn pindasaus met een pot pindakaas. En dan juist weer niet e pindakaas waar iedereen groot mee geworden is, maar een variant die bestaat uit honderd procent pinda’s. Toevallig ook een nieuw artikel van Calvé, grappig dat de marktleider pas na decennia uitkomt bij de basisversie van zijn succesnummer.
